SIRIS.nl

Stuwen historisch hoog

De stuwen in waterlopen met voldoende water in Oost-Brabant staan hoger dan ooit tevoren.

Met deze onorthodoxe maatregel probeert waterschap Aa en Maas de hoeveelheid water in haar beheergebied maximaal vast te houden. ''We houden het water vast en verdelen het zodat het de grond in kan zakken en zo het grondwater en het oppervlaktewater in sloten en beken aanvult'', licht dijkgraaf Lambert Verheijen de maatregel toe. ''Door de stuwen zo hoog te zetten, nemen we bewust het risico dat als het ineens heel hard gaat regenen er land onder water kan komen te staan. Als we het niet doen, bestaat de kans dat we agrariërs volgend voorjaar moeten verbieden hun grasland te beregenen met grondwater. En wie weet leidt dat, zeker als het droog blijft, aan het eind van de zomer tot tegenvallende oogsten.''

''We willen geen natte voeten en zeker geen beregeningsverbod in het voorjaar. Dus doen we er alles aan om deze risico’s te voorkomen’, stelt Verheijen. ‘We houden de weerssituatie goed in de gaten en zullen meteen de stuwen lager zetten als dat nodig is.'' Het waterschap heeft een aantal geautomatiseerde stuwen. Mocht het ineens heel hard gaat regenen en het water in een beek of sloot stijgt snel, dan gaan ze automatisch omlaag. De overige stuwen zijn zo afgesteld dat er bij hevige regenval niet direct veel wateroverlast ontstaat.

Valt er normaal tussen 1 november en 1 april zo’n 310 mm regen, tot nu toe is dat maar 18 mm. De verwachting is dat het zeker de komende tien dagen zo blijft. En in september en oktober is minder dan de helft van de normale hoeveelheid neerslag gevallen. Nog steeds staat 50 à 60% van de waterlopen in Oost-Brabant droog. De dijkgraaf: ''Er moet zeker nog zo’n 310 mm regen vallen en het zal er om spannen of de grondwaterstand volgend voorjaar op het gewenste niveau is.'' Dan gaan agrariërs weer aan de slag op hun land en hebben ze water nodig. ''Het blijft koffiedik kijken en het weer hebben we niet in de hand, maar met de huidige omstandigheden is de kans 50/50 dat er een beregeningsverbod komt.''

Water vasthouden kan het waterschap niet alleen. Het heeft geen gronden en beslist daar ook niet over. Dus doet Aa en Maas een beroep op andere partijen, zoals agrariërs, gemeenten, terreinbeheerders en burgers. ''Agrariërs kunnen een belangrijke bijdrage leveren'', stelt de dijkgraaf. ''Zij hebben vooral de kleinere waterlopen en gronden in beheer. Ze kunnen bijvoorbeeld de stuwen daar inzetten om water vast te houden. Zo kan het de bodem inzakken. We zullen er komende periode samen voor moeten zorgen dat de watervoorraden voor komend seizoen weer op orde zijn en vooral hopen op heel veel regen.''

Terwijl eind mei grote delen van Nederland te kampen hadden met zware regen- en onweersbuien, was het in het grootste deel van Oost-Brabant al droog. Eind juni heeft Aa en Maas een beregeningsverbod voor oppervlaktewater ingesteld dat nog steeds van kracht is. En nog steeds is het in grote delen van het gebied te droog.