SIRIS.nl

Waterschap Aa en Maas onderzoekt visstand

Van 26 september tot en met 21 oktober onderzoekt Waterschap Aa en Maas de visstand in onder andere gedeelten van de Aa.

Beoordeeld worden de waterkwaliteit op basis van de hoeveelheid en diversiteit aan waterplanten, waterinsecten en vissen in het water. Per type water (sloot of stromend water) bepalen ze of de visstand gezond en natuurlijk is. Ze gebruiken de resultaten voor de rapportage in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarnaast kunnen de onderzoeksresultaten aanleiding zijn om maatregelen te nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. Maatregelen zijn bijvoorbeeld het aanleggen van natuurvriendelijke oevers als paaiplaats of opgroeiplaats voor jonge vissen of het aanleggen van vispassages. Het visstandonderzoek wordt elke zes jaar herhaald.

Tijdens het onderzoek besteden de onderzoekers veel zorg aan het welzijn van de vis. Nadat de vissen gevangen zijn, gaan de vissen in tonnen water en bepalen de onderzoekers de soort en de lengte. Vervolgens zetten ze de vissen weer terug in het water. 

Afhankelijk van de diepte en breedte van het water, vangen de onderzoekers de vissen met een zegen, kuil of een elektro visapparaat. Een zegen is een groot net dat met de hand door het water wordt getrokken. Bij kuilbevissing wordt een net met de boot door het water gesleept. En bij elektro vissen worden de vissen licht verdoofd met stroom. Vervolgens vangen de onderzoekers ze met een schepnet. Deze laatste methode gebruiken de onderzoekers alleen in de ondiepe (oever)zone. Het vissen met de zegen en het elektro visapparaat doen de onderzoekers overdag. De kuil zetten ze ‘s nachts in, omdat de vissen het net dan niet aan zien komen.

De resultaten van het onderzoek worden begin 2017 verwacht.