SIRIS.nl

Eerste veertig claims waterschade afgewezen

Na de extreme regenval van eind mei en juni 2016 hebben 256 ondernemers en particulieren een schadeclaim ingediend bij waterschap Aa en Maas.

Deze week zijn veertig claims afgehandeld door waterschap Aa en Maas. Aa en Maas is van mening dat er in geen van deze veertig gevallen sprake is van het schenden van de zorgplicht of verwijtbaar handelen en wijst de aansprakelijkheid voor alle veertig claims af. Het waterschap investeert binnen afzienbare tijd € 1.450.000 voor aanvullende maatregelen om de kans op wateroverlast in de toekomst te beperken.

De veertig claims vormen samen de eerste groep van claims die Aa en Maas zelf beoordeelt en afhandelt. Het gaat om claims kleiner dan € 50.000. Naar verwachting zullen deze claims eind februari 2017 afgehandeld zijn. De aansprakelijkheidsverzekeraar van Aa en Maas, Centraal Beheer/Achmea handelt de claims af die groter zijn dan € 50.000. Aa en Maas en Centraal Beheer/Achmea beoordelen de claims op dezelfde wijze en op basis van dezelfde normen.

Aa en Maas heeft na de regenval aangegeven geleden waterschade te vergoeden als er sprake is van verwijtbaar handelen en aansprakelijkheid van het waterschap. Voor het bepalen van de aansprakelijkheid bij wateroverlast moet beoordeeld worden of aan de zorgplicht is voldaan en of de geleden schade het gevolg is van verwijtbaar handelen van het waterschap. Het wel of niet voldoen aan de zorgplicht wordt getoetst aan de hand van landelijke normen en vastgesteld beleid.

Op basis van bezoeken aan de getroffen claimanten, gesprekken met de indieners en onderzoek naar de specifieke overlastsituatie oordeelt Aa en Maas dat in deze veertig gevallen aan de zorgplicht is voldaan. Er is dan ook geen sprake van verwijtbaar gedrag en aansprakelijkheid van het waterschap. Aa en Maas heeft de eerste veertig indieners inmiddels op de hoogte gesteld. Daarbij is gestreefd naar maximale transparantie over de feitelijke en juridische overwegingen.

Het afwijzen van de aansprakelijkheid zal tot teleurstelling leiden bij de indieners, verwacht Aa en Maas dijkgraaf Lambert Verheijen: “Dat begrijp ik. De wateroverlast heeft bij sommigen tot grote schade en kosten geleid. Er is bijvoorbeeld schade aan gewassen. Dat levert uiteindelijk mindere oogsten en dus een verliespost voor de ondernemers op. De oorzaak van de schade is echter de zeer extreme regenval. Binnen de huidige mogelijkheden en normen konden we daar niet op anticiperen. Dat is een constatering die misschien teleurstellend is voor de ondernemers, maar het is wel realistisch. Realistisch is ook dat we in de toekomst vaker te maken zullen krijgen met extreme regenval. Daar moeten we ons gezamenlijk tegen wapenen. Dat kan niet alleen in het gebied van Aa en Maas. Het gaat om een landelijke uitdaging.”

Voor korte termijnmaatregelen heeft Aa en Maas al eerder een bedrag van € 245.000 gereserveerd. Hiermee worden onder andere verbeteringen aan duikers versneld uitgevoerd en is maatwerk-maaibeheer uitgevoerd. Ook de aansturing van enkele stuwen wordt aangepast.

Voor de middellange termijn wordt door het Dagelijks Bestuur een extra investering aan het Algemeen Bestuur van waterschap Aa en Maas voorgelegd om € 1.450.000 te investeren (besluit 16 december). Dit geld komt bovenop het budget dat al voor onderhoud en beheer was gereserveerd. De precieze besteding is nog niet bepaald. In nauw overleg met alle partijen in het beheergebied wil Aa en Maas breed kijken naar mogelijkheden en oplossingen. Daarbij valt te denken aan aanpassingen in groot onderhoud, de inrichting van waterlopen, meer ruimte voor water, aandacht vragen voor de bodemstructuur door landeigenaren en het gebruik maken van nieuwe technologieën.

Lambert Verheijen: “De klimaatverandering komt sneller op ons af dan gedacht. De risico’s van extreme droogte en regenval met wateroverlast worden groter. Door de klimaatverandering zullen we in ons land meer en meer te maken krijgen met periodes van extreme droogte én extreme regenval. Dat is niet alleen een feit waarmee we in de toekomst te maken hebben; de verandering gaat ook nog veel sneller dan iedereen had verwacht. We kregen in 2016 te maken met extreme regenval die we voor Nederland pas na 2050 hadden verwacht. We zullen samen met ondernemers, burgers, organisaties en gemeenten moeten bepalen welke risico’s we bereid zijn te nemen en hoeveel we ervoor over hebben om de risico’s te beperken. Samenwerken aan een nieuwe balans; daar zetten we op in.”

De problemen met het bufferen van water in extreme droogteperiodes en het afvoeren van overtollig water bij extreme regenval kunnen alleen structureel worden opgelost in samenspraak en samenwerking met verschillende partijen op het vlak van landbouw, natuur/recreatie en bebouwd gebied. Denk daarbij aan lokale, provinciale en landelijke overheid, waterleidingbedrijven, waterschappen en ook burgers en bedrijven. Omdat de deelbelangen groot zijn en de ruimte schaars, vraagt dat om moeilijke keuzes die grote investeringen en fundamentele veranderingen met zich mee kunnen brengen. In de eerste maanden van het volgend jaar gaat Aa en Maas hierover actief het gesprek aan met burgers, ondernemers, organisaties en gemeenten. Dat gebeurt niet alleen in de gebieden die het zwaarst zijn getroffen door de extreme regenval; ook in gebieden die nog niet getroffen zijn, is het uitwisselen van ideeën belangrijk. Extreme regenval kan immers overal voorkomen.