SIRIS.nl

Spoedeisende ambulancevervoer Someren en Gemert-Bakel terug bij af?

Martie Jeuken uit Someren staat voor de Peelregio als kandidaat nr. 18 op de lijst van het CDA Brabant voor de verkiezingen van de Provinciale Staten.

Deze week stuurde Martie een bericht over de aanrijtijden van het ambulancevervoer.

In de regio Zuidoost Brabant zijn onlangs de cijfers gepresenteerd van het ambulancevervoer. U heeft dit in het Eindhovens Dagblad kunnen lezen. Met name de prestaties in Someren, Gemert-Bakel, Reusel-De Mierden en Oirschot zijn zeer teleurstellend. Dit betekent, dat van elke vijf inwoners, die spoedeisende hulp nodig hadden, er in de periode 1 januari tot en met 31 augustus 2014 gemiddeld één langer dan een kwartier moest wachten op de ambulance. De verslechteringen doen zich vooral
voor in de landelijke gemeenten. Voor de leefbaarheid in plattelandsgemeenten is dit vanuit het oogpunt van sociale veiligheid een slechte ontwikkeling.

De zogenaamde A1 inzetten - het spoedeisende ambulancevervoer waarbij sprake is van acute bedreiging voor de patiënt - dienen binnen vijftien minuten na de melding op de plaats van bestemming te zijn. In 2013 werden deze aanrijtijden in Someren nog in 88% van de gevallen gerealiseerd. Na een stijgende lijn van enkele jaren zakt het percentage voor Someren in de eerste acht maanden van 2014 terug naar 82%. In Gemert-Bakel lag het percentage in 2013 al lager (86%), maar ook daar werden in het afgelopen jaar de aanrijtijden “slechts” in 82% van de gevallen behaald. Zorgwekkend als je ziet dat het spoedeisende ambulancevervoer in Zuidoost Brabant gemiddeld in 91,6% gevallen
op tijd is.

Als oorzaak wordt aangegeven, dat begin 2014 is gewerkt aan het invoeren van een nieuw triagesysteem voor de meldkamer (een systeem waarbij meldingen worden gerangschikt naar de mate van urgentie). De verwerkingstijd op de meldkamer is hierdoor toegenomen. Volgens de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) een landelijk effect. Het RAV heeft hierop in juli 2014 actie ondernomen. Toch vraagt Martie Jeuken zich af hoe het mogelijk is dat het gemiddeld percentage in de regio met 2% afneemt en in Someren met maar liefst 6%. Hij is van mening, dat dit verschil te groot is en niet te verkopen aan de Somerenaren.

De colleges van Someren en Gemert-Bakel hebben eerder aan de Veiligheidsregio aangegeven dat ze begrijpen dat er keuzes gemaakt moeten worden. Ze geven in een brief aan te verwachten dat de Veiligheidsregio haar uiterste best doet om ook inwoners in het landelijk gebied zo snel mogelijk hulp te verlenen. Martie Jeuken is het hier mee eens, maar vindt dat “je uiterste best doen” niet ver genoeg gaat. Het is volgens hem onacceptabel dat de verschillen in Someren, Gemert-Bakel, Reusel-De Mierden en Oirschot ten opzichte van andere gemeenten in Zuidoost-Brabant zo groot zijn. Is er
voorafgaand aan het invoeren van het nieuwe meldingsysteem wel voldoende rekening gehouden met de gevolgen? Waarom zijn die in de vier gemeenten groter dan elders in Zuidoost-Brabant?

Verder vraagt Jeuken zich af, of de resultaten van het derde trimester van 2014 al bekend zijn. Is de situatie verbeterd en zo nee, worden er dan aanvullende maatregelen getroffen?

Volgens Martie Jeuken hebben de ambulancediensten ook de verantwoordelijkheid en de
verplichting de norm van aanrijtijden in landelijk gebieden te behalen. De regionale norm is 91,6 %.

Dit staat in schril contrast met het behaalde percentage in Someren, dat bijna 10% lager ligt. ‘Er wordt ons gevraagd om langer thuis te blijven wonen. Dat is prima. Maar dan moet de sociale veiligheid in alle plattelandsgemeenten wel gewaarborgd zijn’. Jeuken roept de betreffende colleges op een vinger aan de pols te houden.