Anna Ceelen-lezing in 't Kwartier over de rol van de katholieke kerk bij heksenvervolgingen

Heemkundekring De Vonder Asten-Someren houdt elk jaar de Anna Ceelen-lezing. Dit jaar gaat het over de betekenis van de katholieke kerk voor de heksenvervolgingen.

Kerkhistorici geven in de lezing op vrijdag 8 september uitleg over de achtergrond van gruwelijke vervolgingen onder de titel 'Heksenjacht Peelland: schuld van de kerk of juist niet?'

De lezing begint om 20.00 uur in gemeenschapshuis ’t Kwartier in Asten.

De toegangsprijs is € 7,50, inclusief een kopje koffie of thee.

Een stukje geschiedenis:

In september 1595 werd de streek rond de Strabrechtse Heide opgeschikt door een golf van heksenvervolgingen. In totaal worden in drie maanden tijd 38 vrouwen en twee mannen beschuldigd van hekserij: er zouden uiteindelijk 25 vrouwen zijn omgekomen, waarvan er 23 op de brandstapel zijn terechtgekomen. De golf bereikte zijn trieste hoogtepunt in Mierlo en Lierop. Asten had één dode vrouw te betreuren en dat was Anna Ceelen. Anna Ceelen is niet op de brandstapel gekomen; voor het zover was is ze bezweken aan de folteringen die haar tot een bekentenis moesten dwingen. Ter nagedachtenis aan haar is er bij het Kasteel van Asten een gebouw verrezen: het Anna Ceelenhuis. Er bestaat een studiegroep, de Anna Ceelenkring, en die organiseert jaarlijks de Anna Ceelen-lezing.

Dat in het jaar 1595 in Peelland 25 vrouwen de dood vonden tijdens een korte, hevige heksenjacht, was de schuld van de kerk. Zo wordt het tenminste vaak verkondigd: de kerk was aanstichter van de massale vervolging van zogenaamde ‘heksen’. Maar klopt dat wel? Als deze hetze was opgezet door de kerk, hoe kan het dan dat de pastoors van Asten, Geldrop, Mierlo en Lierop het verontwaardigd opnamen voor de arme slachtoffers? En waarom zocht een Eindhovense vrouw die opgepakt dreigde te worden bescherming bij de bisschop van Den Bosch?

De Heksenkamer

De Heksenhamer is een handleiding voor het bestrijden van duivelaanbidsters. Het boek is geschreven door Heinrich Kramer, een Dominicaanse inquisiteur. Twee bij uitstek deskundigen, dr. Marcel Gielis uit Turnhout en dr. Charles Caspers uit Tilburg, komen op vrijdag 8 september naar Asten om in het kader van de jaarlijkse Anna Ceelen-lezing uit te leggen wat er zo’n vier à vijf eeuwen geleden wérkelijk aan de hand was, wat de ideeën achter de heksenvervolging waren, wie ervoor verantwoordelijk was en welke overtuigingen de kerk huldigde.

Dat de kerk de leidende kracht was achter de vervolgingen die in Europa in de zestiende en zeventiende eeuw naar schatting vijftigduizend onschuldigen het leven kostte, wordt te pas en te onpas gezegd en geschreven. Toch was het pastoor Adam Weyns van Geldrop die in 1595 naar de schepenen in zijn woonplaats stapte om erop aan te dringen dat gearresteerde vrouwen zouden worden vrijgelaten, ‘om geen onschuldig bloed te vergieten’. Dat werd hem door de dorpsbestuurders niet in dank afgenomen. Pastoor Peter Simons van Eyck uit Lierop distantieerde zich volledig van de executie van zeven van zijn parochianen: nooit had hij ook maar iets aan hen kunnen opmerken, zo gaf hij in een onderzoek naar deze razzia te kennen. De Astense pastoor Jacob van Baerle schreef vol medeleven, afschuw en woede over wat Anna Ceelen, in haar cel bezweken aan marteling en ontbering, was overkomen. Anna, naar wie de lezingenreeks is genoemd, werd het laatste Peellandse slachtoffer.
De vastgelegde feiten over de vervolging in deze regio staan op gespannen voet met het beeld van een kerk die verwoed achter heksen aanzat en ze zo snel mogelijk allemaal op de brandstapel wilde zien. Was Peelland dan een uitzondering, of namen lokale vertegenwoordigers van de kerk elders een soortgelijke positie in? Wat was de officiële zienswijze van de kerk? Hoe zit het met de pauselijke bul uit 1484 die werd opgenomen in de Malleus Maleficarum en daarmee een officiële status leek te geven aan dit schokkende handboek voor de heksenvervolging? Welke rol speelde de beruchte inquisitie?

De sprekers

Dr. Marcel Gielis, filosoof, theoloog en historicus, doceerde van 1976 tot 2013 Geschiedenis van Kerk en Theologie aan de theologische faculteit van de Universiteit van Tilburg. Sinds 2013 is hij visiting professor aan de KU in Leuven. Hij publiceerde over theologiegeschiedenis, religieuze volkscultuur, bisdomgeschiedenis, het kerkelijk ambt en de verhouding literatuur en geloof.

Dr. Charles Caspers is theoloog en kerkhistoricus. Hij was werkzaam bij het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen en ook hij heeft de nodige artikelen en boeken op zijn naam staan. Hij was een van de eersten die aandacht besteedde aan de heksenvervolging in Peelland, met bijdragen in Nederland betoverd (1987) en in Lierop, ’n beeld van een dorp (1989).